Dit nationaal park loopt uit over de provincies Tungurahua, Pastaza, Cotopaxi en Napo.

Men zegt (en er zijn geschiedkundige bewijsstukken om het gezegde te staven) dat Rumiñahui, de generaal van Atahualpa, in de 16de eeuw een goudschat van 750 ton goud van de Inca’s begroef naast een meer in Llanganates. Deze schat was het losgeld voor de vrijlating van Atahualpa, dat betaald zou worden aan de Spanjaarden. Maar toen de Incalegers hoorden dat Atahualpa reeds vermoord werd, zou de schat in het park begraven liggen. Sinds het koloniale tijdperk hebben veel expedities, zonder enig geluk, gepoogd om de schat te vinden. Veel van die expedities, sommige vrij recent, eindigden met de dood van de schatzoekers.

De grootste schat van het park is echter zijn ongerept natuurschoon. Je vindt er – zoals op zo veel plaatsen in Ecuador – een groot aantal vogelsoorten, zoogdieren en planten. Je vindt er de brilbeer, de capibara, verschillende apensoorten, de andestapir, de jaguar, papagaaien en toekans.

De normale toegangsroute naar het park is via Pillaro, een stadje ten zuiden van Latacunga. Er is een andere toegang langs een weg (in aanleg) vanuit Salcedo (ten westen van het park) naar Tena (ten oosten van het park).